Hoe leren we?

Het antwoord op de vraag 'Hoe leren we?' kan wellicht gevonden worden in antwoorden op vragen als:
    - 'Met welke methoden en middelen zouden we kunnen leren?'
    - 'Hoe zouden we als mens en dier geprogrammeerd kunnen zijn?'

Denkbaar is dat de levende - en lerende natuur zich heeft ontwikkeld met de hulp van een beperkt aantal doelmatige - en logische
         begripsbouwstenen die een gevolg zijn van waarnemingen met behulp van uiteenlopende complexe waarnemingsorganen, welke
         begripsbouwstenen in verschillende patronen weer nieuwe begrippen vormen.
         Vervolgens zal binnen de levende - en lerende natuur de concrete wereld voortdurende razend snel omgezet moeten kunnen
         worden in verwerkbare informatie en omgekeerd zal de verwerkte informatie voortdurende razend snel omgezet moeten kunnen 
         worden in aangepaste - en betere waarnemingen, denkwijzen en handelingen.

Een voorbeeld van begrippenopbouw is het "MRTE-indelingsmodel", een experimenteel amateuristisch indelingsmodel voor begrippen:
    https://www.mrte.nl/kenmerken_van_informatie.html

Van het "MRTE-indelingsmodel" kan weer een empirische kringloop worden afgeleid, waarmee we ons een beeld kunnen vormen van de
    manier waarop we zouden kunnen leren.

Het meest basale begrip is "plaats" en daarvan  afgeleid de begrippen:
    - wel - of geen plaatsverandering  =    wel - of geen beweging (tijd-zin)
    - binnen(plaats) of buiten(plaats) = inwendig of uitwendig     (ruimte-zin)

Een verplaatsing kan inwendig (gedaanteverandering) of uitwendig (externe plaatsverandering) zijn.

Van het begrip "plaats" worden afgeleid de vier basiskenmerken: materie, ruimte, tijd en energie, alsook bij elk van deze vier
    basiskenmerken de vier basiskenmerkwaarden.

In onze eerste levensfase zullen we waarschijnlijk de wereld vooreerst beseffen/ervaren/zien vanuit onszelf en pas later ook
   vanuit andere objecten.
   Voor het leren van onze eerste ervaringen is veel herhaling en variatie nodig met de beschouwde onderwerpen.

   - Wanneer wij onszelf niet verplaatsen en het onderwerp verplaatst zich ook niet,       dan betreft het onderwerp: "materie".
   - Wanneer wij onszelf  wel verplaatsen en het onderwerp verplaatst zich niet,           dan betreft het onderwerp: "ruimte".
   - Wanneer wij onszelf niet verplaatsen en het onderwerp verplaatst zich wel,            dan betreft het onderwerp: "tijd".
   - Wanneer wij onszelf  wel verplaatsen en het onderwerp verplaatst zich vervolgens ook, dan betreft het onderwerp: "energie".

Binnen elk basiskenmerk (materie, ruimte, tijd en energie) gelden vier basis kenmerkwaarden, waarvan telkens één kenmerkwaarde
       geldt als wezenlijk (= altijd geldend) kenmerk van informatie.

Wat is informatie?
Informatie wordt gekenmerkt door vier wezenlijke (= altijd geldende) kenmerken:
           - abstract/onwerkelijk
           - verplaatste deeltjes
           - buitenverplaatsing
           - oorzaak

Wanneer je leest of hoort dat alles "informatie" is, dan wordt daar eigenlijk mee bedoeld dat alles "informatiedrager" is, dat 
        wil zeggen: alles kan model staan voor iets, alles heeft verschillende betekenissen.

Wanneer je leest of hoort dat data niet hetzelfde is als "informatie", dan wordt daarmee bedoeld dat data "informatiedragers"
        zijn, bv. tekens, codes, letters, cijfers, woorden, zinnen, gebaren, tijdschriften, boeken, muziek, bestanden,
        memorysticks, etc, dat wil zeggen: elementen uit culturele talen.

Alles kan beschouwd worden als "informatiedrager" en dienen als "model" of "spoor", waardoor alles wat met het "spoor" verband 
      houdt, in beginsel opgespoord zou kunnen worden.
      In de praktijk echter hebben we uiteraard van verreweg de meesten dingen geen weet, hoewel elke ding/gebeurtenis/zaak de
         "informatiedrager" is van legio betekenissen.

       BEGIN empirische kringloop

       Het MRTE-indelingsmodel is een symmetrisch gerangschikt model van begrippen.

           Binnen M wordt info gekenmerkt als abstract/onwerkelijk, bv. geluid, beelden, chemie ->
                  zeer snelle deeltjes verplaatsing, tegenover concreet/werkelijk.
                  Hierin zou je de indeling wel/geen verplaatsing kunnen herkennen.

           Binnen T wordt info gekenmerkt als buitenverplaatsing en daardoor in beginsel waarneembaar, tegenover 
                  binnenverplaatsing.
                  Hierin zou je de indeling buiten/binnen kunnen herkennen.

           De empirische kringloop (cyclus/cirkel) lijkt afgeleid te kunnen worden van het MRTE-indelingsmodel, namelijk als de
              T-indeling (indeling in vier stadia/fasen) met daarop geprojecteerd de vier kenmerken van informatie.

           Binnen de aldus voorgestelde empirische kringloop kunnen we weer andere symmetrie herkennen.

              Voor de empirische kringloop geldt:

              Met betrekking tot info binnen M:

              - De  input wordt gekenmerkt door de overgang van concreet/werkelijkheid naar abstract/info
              - De output wordt gekenmerkt door de overgang van          abstract/info naar concreet/werkelijkheid 
                   (info is oorzaak van alles, inclusief kennis)

              ->
              - De  input wordt gekenmerkt door de overgang van weinig verplaatsing naar   veel verplaatsing
              - De output wordt gekenmerkt door de overgang van   veel verplaatsing naar weinig verplaatsing

              ->
              - De  input wordt gekenmerkt door de overgang van weinig verandering naar   veel verandering
              - De output wordt gekenmerkt door de overgang van   veel verandering naar weinig verandering

              Met betrekking tot info binnen T:

              - De binnenverplaatsing wordt gekenmerkt door de overgang van binnen -> buiten
                   (denken over de uit te voeren acties)
              - De buitenverplaatsing wordt gekenmerkt door de overgang van buiten -> binnen
                   (waarneembare actuele stand van de werkelijkheid)

              Fasen/stadia 1-4:

              1. werkelijkheid (buiten waarnemer) -> info (binnen waarnemer)
              2. binnen -> buiten (gerichtheid): denken over potentieel uit te voeren acties in de werkelijkheid
              3. info (binnen waarnemer) -> werkelijkheid (buiten waarnemer)
              4. buiten -> binnen (gerichtheid): de werkelijkheid is potentieel waarneembaar voor een waarnemer

       END   empirische kringloop


MRTE-redactie info@mrte.info